Muzzelknoalster van de Moand: Rick Kaijser!
In deze rubriek laten de Buurtverbinders Musselkanaal kennissmaken met een inwoner van ons dorp. Wie is deze 'Muzzelknoalster', wat doet hij of zij in het dagelijks leven en welke plek heeft dit in het dorp? We gaan in gesprek en gebruiken hiervoor het Buurtspel van MijnBuurtje; kaartjes met leuke diverse vragen.
De derde editie van deze 'Muzzelknoalster van de moand' is voor Rick Kaijser!
“Als je iets wilt, moet je het gewoon doen”
Rick, wat kun je over jezelf vertellen? “Ik ben Rick, 31 jaar geleden geboren en getogen in Musselkanaal – en ik ben er nooit weggeweest. Mijn ouderlijk huis staat aan de Sluiskade, en tot mijn 28ste heb ik daar gewoond. In mei 2023 zijn Willine en ik getrouwd en zijn we verhuisd naar ons huidige huis aan de Sneeuwbesstraat. Een leuk buurtje!
We hebben de woning zelf gebouwd, samen met een aannemer en met hulp van mijn vader, die timmerman is. Inmiddels zijn we ouders van een dochtertje van vijftien maanden: Linde. We genieten enorm van haar. Ze begint te wijzen naar dingen en te kletsen – geweldig om te zien.
Ik werk bij Admifa in Stadskanaal. Na mijn afstudeerstage in 2019 kon ik daar blijven werken. Ik heb eerst de mavo gevolgd in Stadskanaal, daarna mbo administratie in Groningen en vervolgens bedrijfseconomie gestudeerd in Emmen. Ik ben geen type om in de stad te wonen, en de busverbinding vanuit Musselkanaal richting Emmen is prima. Overigens is Admifa inmiddels verhuisd naar een mooie nieuwe locatie.”
Muziek als rode draad
Je bent betrokken bij Chr. Muziekvereniging Amicitia. Op welke manier?
“Ik ben begonnen als slagwerker in 2003. Ik drumde toen bij de kerk, en mijn oom tipte me dat het jeugdorkest een drummer zocht. Zo ben ik erbij gekomen. Ze hadden ook een slagwerkgroep, maar daar kon ik in het begin niet bij omdat ik toen ook nog volleybalde. Vanaf mijn elfde deed ik ook mee bij de slagwerkgroep.
Toen ik een jaar of achttien was, wilde ik ook bij het orkest iets doen. Ik heb toen gevraagd of ik een trompet mee naar huis mocht nemen, zodat ik dat kon leren spelen.”
Wat zeg je, je leerde jezelf een blaasinstrument spelen?
“Ja! Ik kon natuurlijk al noten lezen, en eigenlijk kan iedereen het leren. Met een beetje hulp lukte het, en tegen de kerst kon ik al meespelen met het orkest. Later speelde ik bugel, maar daar hadden we er al genoeg van. Toen besloot ik een hoorn mee te nemen – en die bespeel ik nog steeds.
Op woensdagavond speel ik marimba en xylofoon bij de slagwerkgroep, en op de vrijdag hoorn bij het orkest.”
Treden jullie vaak op?
“Ja. In het voorjaar hebben we onze uitvoering in Sporthal de Veenhorst, samen met de slagwerkgroep, het orkest en de majorettes. Op 8 november was ons najaarsconcert. Daarnaast spelen we bij de dodenherdenking, Sinterklaasintocht, de winkelweek en nog meer lokale evenementen.
Ik heb mijn vrouw ook leren kennen bij het orkest. We delen dezelfde passie, al moeten we wel elke vrijdag oppas regelen omdat we dan allebei repetitie hebben! Gelukkig vinden de opa’s en oma’s dat helemaal niet erg; ze zijn dol op hun eerste kleinkind. Overigens zijn er meer stellen binnen de vereniging, en ook zij weten altijd samen op de repetities te verschijnen!”
Je hebt ook in het bestuur gezeten?
“Vanaf mijn achttiende ben ik in het bestuur gestapt. Van elke groep – majorettes, slagwerk, malletband en orkest – zit iemand in het bestuur. Ik vertegenwoordigde de slagwerkgroep. Ik hou ervan om dingen te organiseren en uit te voeren. Zo beheerde ik de instrumenten: wat we hebben, wat onderhoud nodig had, dat soort dingen.
We proberen altijd origineel te zijn in onze optredens. Elk jaar hebben we een uitvoering met een thema, en daar passen we alles op aan: het decor, de muziek, zelfs de aankleding. We hebben een decorgroep die decorstukken maakt. Ook bij de praktische organisatie help ik graag: wie regelt de kassa, wie vervoert de instrumenten, dat soort zaken.
We hebben ook een keer een kerstconcert gegeven in de boerderij van de familie Munneke – de Margriethoeve. Dat was een lege schuur, we hebben zelf de aankleding, zitplaatsen, versnaperingen en een heerlijk warm -geprojecteerd- haardvuur geregeld zodat we een sfeervol concert konden geven. Tijdens de bouw van ons huis ben ik gestopt als bestuurslid, omdat ik het gevoel had me niet meer volledig te kunnen inzetten. Als ik iets doe, wil ik het goed doen. Na tien jaar vond ik het tijd om het stokje over te dragen.”
Mis je het?
“Nee hoor. Je hoeft niet in het bestuur te zitten om betrokken te zijn.”
Je hebt ook een kinderproject opgezet?
“Klopt, samen met de andere leden. Er werd op dat moment niks gedaan aan scholenprojecten, dus we zijn begonnen met muzieklessen voor basisschoolkinderen – zowel slagwerk als blaasinstrumenten. Op vrijdag gaven we op school een proefles, en op zaterdag konden ze beginnen met gratis groepslessen van tien weken.
De verwachtingen waren niet hoog, maar er kwamen de eerste keer tien kinderen voor de blaasinstrumenten en zeven of acht voor slagwerk. Dat was een groot succes. Ze mochten daarna optreden bij onze jaarlijkse uitvoering, en dat werkte aanstekelijk – ook bij hun ouders. Zo zagen mensen dat een muziekvereniging helemaal niet oubollig hoeft te zijn.
De vereniging start dit jaar alweer voor de twaalfde keer het project! We blijven zoeken naar manieren om het nog beter te doen. Ik gaf zelf ook lessen; jarenlang was ik hier bijna elke avond te vinden. En telkens komt er weer nieuwe aanwas uit.”
Dat doen jullie goed!
“Ja, als je niks doet, gebeurt er ook niks. We hebben nu een jeugdorkest met zestien kinderen, van beginners tot gevorderden. Zo werken we aan groei – en dat lukt. Het is vooral een kwestie van volhouden.
In 2027 bestaan we 75 jaar, en dat gaan we natuurlijk uitgebreid vieren!”
Vragen uit de Mijnbuurtje-kaartenset.
Vertel me iets over jezelf dat weinig mensen weten!
“Nou, eigenlijk weet ik dat niet. Ik heb geen eigenschappen of hobby’s waarvan mensen zouden opkijken.”
Wat gaat je moeiteloos af?
“Veel mensen kunnen ergens tegenop zien, maar ik denk altijd: niet zeuren, aanpakken. Iets uitvoeren gaat me makkelijk af. Soms met hulp van anderen, maar ik regel het gewoon. Ik geef niet snel op.
Wat zou je het liefste ooit nog eens willen doen?
“Ik heb geen bucketlist. Meestal als ik iets bedenk, ga ik het gewoon doen. Komt iets op mijn pad, dan probeer ik het uit. Ik blijf niet lang hangen – als iets geen uitdaging meer is, zoek ik wat nieuws.
Ik vind het leuk om dingen in eigen beheer te hebben. Ik werk graag samen, maar ik zet ook graag zelf iets op. En ik houd van spontane acties: ik stel niks uit.”
Laatste vraag: wat in deze buurt zorgt ervoor dat je blij bent dat je hier woont?
“Op kleine schaal: ons buurtje! We houden een jaarlijkse buurtbarbecue, dat vind ik leuk. En breder: Musselkanaal is een prima dorp met goede voorzieningen, en ik heb hier mijn vereniging en familie. Het is goed wonen hier. Mijn vrouw komt uit Mussel – daar hadden we overigens ook wel willen wonen.
Of Musselkanaal mooier of beter is dan Mussel? Geen idee. Ik vind het dorpse fijn: je kent elkaar en je komt elkaar tegen. Bij de oudere generatie speelt dat nog sterker, denk ik. Tegenwoordig is het leven wat individueler, iedereen werkt.
Maar de muziekvereniging in Musselkanaal, de kerk in Mussel, de voorzieningen hier, en straks de school voor onze dochter – dat maakt dat we hier graag wonen.”